Gemeenschappelijk Visserijbeleid


Het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)

Wat is het gemeenschappelijk visserijbeleid?

Het GVB is een regeling voor het beheer van de Europese vissersvloten en voor het behoud van de visbestanden. Het werd in het leven geroepen om een gemeenschappelijke hulpbron te beheren, en geeft alle Europese vissersvloten gelijke toegang tot de wateren van de EU zodat zij eerlijk met elkaar kunnen concurreren.

Bestanden kunnen opnieuw groeien maar zijn niet onuitputtelijk. Sommige bestanden worden overbevist. Als gevolg daarvan hebben de EU-landen actie ondernomen om ervoor te zorgen dat de Europese visserijsector duurzaam is en geen bedreiging vormt voor de grootte van de bestanden en de productiviteit op de lange termijn.

Het GVB werd ingevoerd in de jaren 70 en is sindsdien verschillende malen herzien, voor het laatst op 1 januari 2014


Wat zijn de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid?

Het GVB moet ervoor zorgen dat zowel de visserij als de aquacultuur ecologisch, economisch en sociaal duurzaam zijn en een bron van gezond voedsel voor de burgers van de EU vormen. Daarnaast moet het een dynamische visserijsector bevorderen en een goede levensstandaard voor de visserijgemeenschappen waarborgen.

Hoewel het van belang is te zorgen voor zo groot mogelijke vangsten, moeten er wel beperkingen worden gesteld. We moeten ervoor zorgen dat de visserijpraktijken het vermogen van de visbestanden om zich voort te planten niet schaden. Het huidige beleid bepaalt dat tussen 2015 en 2020 vangstbeperkingen moeten worden ingesteld die duurzaam zijn en zorgen voor het behoud van de bestanden op de lange termijn.

Tot op de dag van vandaag zijn de gevolgen die de visserij heeft op het kwetsbare mariene milieu, niet volledig duidelijk. Daarom is het GVB voorzichtig ten aanzien van de gevolgen van de menselijke activiteiten op alle onderdelen van het ecosysteem. Vis moet selectiever gevangen worden en er moet geleidelijk een einde komen aan de teruggooi van ongewenste vis.

De hervorming verandert ook de manier waarop het GVB wordt beheerd, de EU-landen hebben nu meer zeggenschap op nationaal en regionaal niveau.

Het GVB heeft vier belangrijke beleidsterreinen:

Visserijbeheer

Vissers vangen vis uit bestanden die over het algemeen een hoog, maar niet onbeperkt voortplantingsvermogen hebben. Een systeem voor het beheer van de bestanden is in ieders belang om ten eerste het voortbestaan van bestanden en dus de visvangst op lange termijn te waarborgen, ten tweede de basis te leggen voor een winstgevende sector, ten derde vangstmogelijkheden eerlijk te verdelen en ten laatste de mariene rijkdommen in stand te houden.

Het belangrijkste doel van het visserijbeheer in het kader van het GVB is het garanderen van hoge langetermijnopbrengsten, uiterlijk in 2020 voor alle bestanden. Dit wordt de maximale duurzame opbrengst genoemd. Een andere doelstelling die steeds belangrijker wordt, is een einde maken aan bijvangst en verspilling door de stapsgewijze introductie van een aanlandingsverplichting. Daarnaast zijn de regels en de beheersstructuur van het huidige GVB gewijzigd: er wordt ingezet op regionalisering en meer overleg met de belanghebbenden.

Visserijbeheer kan de vorm aannemen van preventieve maatregelen, vangstbeperkingen, of een combinatie van beide. Preventief zijn onder andere:

  • regels over de toegang tot de wateren: welke vissersboten hebben toegang tot welke wateren
  • beperkingen van de visserij-inspanning: wat is de maximale vangstcapaciteit en wat voor vissersboten mogen er worden ingezet technische maatregelen: waar, wanneer en met welk vistuig mag er worden gevist 

Internationaal beleid

Meer dan een kwart van de vangst van Europese vissers komt eigenlijk van buiten de Europese Unie. Ongeveer 8% van de EU-vangst is te danken aan visserijovereenkomsten met landen buiten de EU. Nog eens 20% wordt op volle zee gevangen, vooral in gebieden die onder zorg van regionale organisaties voor visserijbeheer staan.

Als grote visserijmacht en belangrijkste afnemer van visserijproducten in de wereld, speelt de EU een grote rol bij de verbetering van het beheer via een aantal internationale organisaties. Dit behelst de ontwikkeling en uitvoering van beleid op het gebied van visserijbeheer en – meer in het algemeen – het zeerecht. De EU werkt in VN-verband nauw samen met partners uit de hele wereld zoals de Voedsel- en Landbouworgansiatie (FAO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)


Markt- en handelsbeleid

De zogenaamde "gemeenschappelijke ordening van de markten", het EU-beleid voor het beheer van de markten voor visserij- en aquacultuurproducten, is een belangrijke pijler van het gemeenschappelijk visserijbeleid sinds 1970. De gemeenschappelijke ordening van de markten werd opgericht om de markten te stabiliseren en een goed inkomen te waarborgen voor de producenten. In de loop der jaren is de nadruk minder op marktinterventie en meer op duurzaamheid komen te liggen. Regels en procedures zijn eenvoudiger geworden en het beheer van het systeem is verbeterd sinds de organisaties in de sector meer verantwoordelijkheid voor het beheer van hun eigen activiteiten op zich hebben genomen. De twee belangrijkste aspecten van deze regeling zijn enerzijds de organisatie van de sector en anderzijds de afzet van visserij- en aquacultuurproducten.


Beleidsfinanciering

Het GVB wordt door het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) gefinancierd

Het EFMZV is het fonds voor het Europees beleid op het gebied van maritieme zaken en visserij voor 2014-2020. Het is een van de vijf Europese structuur- en investeringsfondsen die samen door middel van groei en banen het herstel in Europa willen aanzwengelen.

Het fonds:

  • helpt vissers bij de overgang naar duurzame visserij
  • ondersteunt kustgemeenschappen bij het diversifiëren van hun economie
  • financiert projecten voor meer nieuwe banen en een betere levenskwaliteit aan de Europese kusten
  • vereenvoudigt de toegang tot financiering

Hoe werkt het?  

Het fonds gaat samen met de nationale overheden projecten financieren.

  • Elk land krijgt een deel van de begroting van het fonds toegewezen, gebaseerd op de omvang van de visserijsector in dat land.
  • Elk land stelt dan een operationeel programma op, waarin staat hoe het geld zal worden uitgegeven.
  • Als de Commissie dit plan goedkeurt, mag de nationale overheid bepalen welke projecten geld krijgen. De nationale autoriteiten en de Commissie zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.

Verordening

De Raad heeft in december 2013 een verordening met gemeenschappelijke bepalingen  voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (voor het cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling en visserij) goedgekeurd. Hierin staan regels voor alle structuur- en investeringsfondsen, d.w.z. alle bepalingen over voorwaarden, controle, toezicht, verslaglegging, evaluatie en subsidiabiliteit in de komende programmeringsperiode.
Rederscentrale
Erkende Belgische Producentenorganisatie en Beroepsvereniging van de Reders ter Zeevisserij
Adresgegevens

Hendrik Baelskaai 20 bus 0.2
8400 Oostende

+32 (0) 59/ 32 35 03